Nieuws

4 maart 2024

Panelgesprek over de markt: ‘We gaan de goede kant op met elkaar’

KOOTWIJKERBROEK – Bijna honderd bioboeren kwamen 28 februari bijeen in De Essenburcht in Kootwijkerbroek. Hoe laten we de biologische markt groeien? Van welke goede voorbeelden kunnen we leren? En hoe ziet het Ministerie van LNV haar rol?

Henny van Rij (Ministerie van LNV), Douwe Monsma (Stichting EKO-keurmerk), Erik jan van den Brink (DB Bionext) en Maurits Steverink (namens de regiegroep Opschaling biologische zuivel en rundvlees) trapten af en deelden hun visie op de ontwikkeling van de markt. Steverink begeleidt samen met de zuivelindustrie, de Natuurweide en het ministerie een regiegroep om van 500 naar 2.500 biologische melkveehouders te gaan. Een voorbeeld voor andere sectoren. “Het aanbod volgt de vraag, niet andersom”, stelt Steverink. “We hebben inmiddels de beste weidegang van alle zuivelconcepten en kunnen die claim waarmaken door de samenwerking. Alle zuivelorganisaties die rauwe melk aankopen zijn aangesloten. De Natuurweide coördineert dit.” Steverink is enthousiast over de groeimogelijkheden. Monsma legt uit dat het EKO-keurmerk staat voor biologisch geproduceerd in Nederland. “De aanvullende normen in de zuivel kunnen we overnemen om het EKO-keurmerk meer herkenbaar te maken voor de consument. Ik denk dat veel mensen producten van ‘dichtbij’ willen kopen.” Hij wil ook de akkerbouwers interesseren voor het keurmerk. Van den Brink benadrukt dat het vergroten van de markt vooral van onderop, samen met de leden, gedaan moet worden. LNV heeft hierbij volgens Henny van Rij een faciliterende en ondersteunende rol: “Eerst moet de markt groeien.” Van Rij vertelt over de aankomende campagne: “We willen consumenten informeren over het biologisch keurmerk zodat zij vaker biologische producten gaan kopen.” Ook denkt zij na over projecten gericht op verschillende afzetkanalen. Zij ziet de moties over bio die onlangs door de Tweede Kamer zijn aangenomen als steun in de rug.

Pachtgronden
Dagvoorzitter Jeroen Neimeijer: “Hoe gaat het nu verder met de aangenomen motie over pachtgronden dat biologische grond biologisch moet blijven?” Henny van Rij: “Dit signaal is opgepakt. Er is een werkgroep grondbeleid en pachtbeleid gestart. Met het Rijksvastgoedbedrijf zijn al gesprekken.” Monsma: “Ik zie bio als oplossing voor het stikstofprobleem en zou er juist voor pleiten om als overheid biologische gronden in te zetten. Toch zien we dat niet echt gebeuren. Hoe zien jullie dat?” Van Rij: “Wij zien dat zelf als team bio ook en zijn er binnen het ministerie mee bezig. Het gaat misschien langzamer dan gewenst, maar het is echt iets dat we samen moeten doen.” Vanuit de zaal nodigt Jan Groen, voorzitter van het DB van Bionext, het hele ministerie uit voor een toer langs biologische bedrijven.

‘Anticiperen op juridische regels’
In 2023 zijn bij LNV voorstellen afgeketst door juridische beperkingen zoals staatssteun. Steverink pleit ervoor bij plannen in een vroege fase bij elkaar te zitten en beter te anticiperen op juridische regels rond staatssteun. “Er kan meer dan je denkt.” Ook pleit hij ervoor het project BioMonitor te verstevigen en breed uit te rollen. De sprekers zijn het er over eens dat het belangrijk is door te ontwikkelen zodat biologisch kan groeien. Van den Brink “We moeten ons ook duidelijker onderscheiden. Een retailer kan kiezen uit diverse keurmerken en kiest voor de beste claims en prijs/kwaliteitverhouding. We zullen onze prestaties op verschillende thema’s zoals stikstof, klimaat, biodiversiteit en schoon water beter moeten onderbouwen. Onze werkgroepen zijn er druk mee.” Monsma oppert het idee om een biologisch landbouwakkoord te sluiten. Van Rij: “Het hangt er vanaf wie je aan tafel zet, maar ik zou zeggen, probeer het. Voor het doel, meer biologisch, kun je denk ik veel mensen mee krijgen.” Die doorontwikkeling gaat zeker gebeuren. Vorige week heeft het ministerie aan Bionext subsidie verleend voor een project hoe verschillende sectoren binnen de biologische landbouw nog meer natuurinclusief kunnen worden. Van Rij: “Het is een project van drie ton.” Monsma tot slot: “Er wordt hard gewerkt en we laten zien dat we in staat zijn producten in de supermarkt te krijgen voor een betaalbare prijs. We gaan de goede kant op met elkaar.”